Van paardenkar tot stoommachine
Tsjechië kan met trots zeggen dat zij de eerste spoorlijn hadden in Europa. De spoorlijn tussen het Zuid-Boheemse
České Budějovice en het Oostenrijkse Linz, dat destijds nog in hetzelfde land lagen, was namelijk de eerste op het Europese continent. De lijn werd in 1828 in gebruik genomen. Het vervoer per spoor ontwikkelde zich razendsnel en in 1839 reden de eerste stoomtreinen op het grondgebied van het huidige Tsjechië. Met de noordelijke spoorweg van keizer Ferdinand, zoals men de net aangelegde lijn had gedoopt, werd op 6 juni 1839 het eerste gedeelte van de spoorweg van Wenen naar Břeclav in gebruik genomen. In 1841 reden er voor het eerst treinen over de spoorlijn van Břeclav naar Přerov. De lijn werd doorgetrokken naar
Olomouc en vond daar aansluiting op het internationale spoorwegnet. In Praag arriveerde de eerste trein op 20 augustus 1845, via een nieuwe doorgang door de Praagse stadsmuren, op het gloednieuwe Praagse treinstation dat tegenwoordig het Masaryk-station heet.
Het einde van het stoomtijdperk
Het einde van het stoomtijdperk in Tsjechië stopte pas in 1981. Op dat moment bestond de Zuid-Boheemse spoorweg van Tábor naar Bechyně, de eerste puur elektrische spoorweg op Tsjechisch grondgebied, al bijna tachtig jaar lang. De exploitatie daarvan was in juni 1903 begonnen. Ondanks dat nu alle treinen elektrisch zijn, is het in Tsjechië nog steeds mogelijk om te genieten van een nostalgische treinrit.
De smalspoorlijn in Zuid-Bohemen
Niet alle spoorwegen werden zo gebouwd dat ze aan de gangbare normen voldeden. Daarom zijn er vandaag de dag in Tsjechië nog verschillende smalspoorlijnen te vinden. In de zomermaanden kun je regelmatig met een stoomlocomotief meerijden. Een van de langste smalspoorlijnen ligt in de buurt van
Jindřichův Hradec in
Zuid-Bohemen. De
lijn is enkele tientallen kilometers lang! De kleine en pittoreske treinstations en haltes liggen keurig verborgen in het bos wat de romantiek van het reizen nog meer benadrukt. Een prachtig station is bijvoorbeeld de halte Kaproun. De haltes zijn omringd door een dicht netwerk van wandel- en fietspaden, waardoor andere bezienswaardigheden in de omgeving goed bereikbaar zijn. In sommige stationsgebouwen bestaat de mogelijkheid tot overnachting. Het is bovendien mogelijk om de fiets in de trein mee te nemen.
Attracties van de Tsjechische Spoorwegen
De spoorwegen hebben in Tsjechië vele fans. Ze noemen zichzelf šotouši (spoorwegfans), zijn georganiseerd in clubs en zijn dol op alle informatie over treinen en alles wat met de spoorwegen te maken heeft. Tsjechië telt meer dan 160 spoorwegtunnels en 7000 bruggen. In
Praag bevindt de langste Tsjechische brug. Hij heet het Negrelli-viaduct en loopt vanaf het al eerder genoemde Masaryk-station langs de bebouwing en de rivier de Moldau. Het viaduct is bijna 1100 m lang. Het hoogst gelegen treinstation van het land is Kubova Huť (995 m) in het
Boheemse Woud. De lijn loopt vanuit
Strakonice, dat je vanuit Praag gemakkelijk kunt bereiken. Vanuit Strakonice voert de spoorlijn naar Kubova Huť en verder naar Volary. Hij is bijzonder populair en biedt heerlijke vergezichten. De Tsjechische Spoorwegen beschikt weliswaar niet over panoramatreinen zoals in Zwitserland, maar desondanks kun je er volop genieten van een trage rit door het golvende landschap van het nationale park.
De mooiste stations
Het spoorwegennet werd gebouwd en ontwikkeld van het midden van de 19e eeuw tot halverwege de 20e eeuw. Daarom zijn nu bijna alle treinstations historisch en worden verbouwd of aangepast aan de veranderde vervoerseisen van de 21e eeuw. Het hoofdstation van het Moravische
Brno is onlangs schitterend verbouwd. Het is een van de oudste treinstations van Tsjechië en de vormgeving van nu is ontstaan in 1905. Tegenwoordig schittert het in al zijn glorie en ziet er vrijwel als nieuw uit. Ook het hoofdstation van Praag heeft een interessante ontwikkeling doorgemaakt. Het huidige gebouw dateert uit 1909, de tijd van de vroege jugendstil, maar in de jaren 70 van de 20e eeuw werd besloten om er een ondergrondse hal aan toe te voegen en de capaciteit te vergroten. De verbinding van de jugendstil met het toentertijd moderne brutalisme is interessant. Tot op heden zijn de brutalistische bekleding en de lampen uit dat tijdperk behouden gebleven. Bovendien stap je de trein in onder een dak dat door met klinknagels geconstrueerde stalen draagbalken wordt geschraagd. De aanslag die op de balken aanwezig was, veroorzaakt door de stoomlocomotieven, is onlangs verwijderd.
Musea voor spoorwegfans
Het Museum van de Tsjechische Spoorwegen in Lužná bij Rakovník in
Midden-Bohemen is het grootste spoorwegmuseum in Tsjechië. Op het terrein is een smalspoor aangelegd met een spoorbreedte van 800 mm, waar bezoekers een rit kunnen maken. Er zijn glanzend gepoetste oude en nieuwere stoomlocomotieven en vele personen- en goederenwagons, maar ook allerlei voorwerpen uit de spoorweggeschiedenis, zoals sein- en beveiligingsapparatuur, niet meer gangbaar speciaal gereedschap, treinmodellen en spoorwegwerkplaatsen waar oude tentoongestelde voorwerpen worden hersteld en gerenoveerd. In het
Nationaal Technisch Museum in het Letná-park in Praag is bevinden zich twee stoomlocomotieven en de salonwagen van keizer Franz Josef I.